Sinds 2000 vonden veel vaklui uit Polen en andere landen in Midden- en Oost-Europa (MOE) hun arbeidsgeluk in Nederland – en dus ook in Brabant. Uitzendorganisatie OTTO Work Force is gespecialiseerd in het succesvol matchen van gemotiveerde MOE-landers en Nederlandse opdrachtgevers in retail en logistiek. CEO Frank van Gool roept bestuurders op om te blijven investeren in een aantrekkelijk vestigingsklimaat. ‘Noord-Brabant is niet per se de eerste keus.’
Wie de website van OTTO Work Force bezoekt kan het bijna niet ontgaan: de afgelopen twee jaar (in zowel 2014 als 2015) werd de van oorsprong Limburgse arbeidsbemiddelingsorganisatie door klanten en uitzendkrachten uitgeroepen tot Uitzendbureau van het Jaar. Het succesverhaal van het bedrijf begint in 2000 vanuit een eenvoudig basisidee: werknemers uit het ene land helpen aan tijdelijk werk in een ánder land.
De relatief hoge beloning is de belangrijkste reden voor MOE-landers om in Nederland te werken
Als vestigingsregio is Noord-Brabant niet per se de eerste keus voor veel MOE-landers, constateert Van Gool. ‘Buitenlandse werknemers kiezen vaak toch liever voor de Randstad, en dan met name voor de regio Amsterdam. Sowieso is Nederland – in tegenstelling tot wat we zelf wel eens denken – zeker niet het eerste land waar de gemiddelde Oost- of Midden-Europeaan zijn oog op laat vallen. Vanwege de kleinere taalbarrière is een land als Engeland erg in trek. Maar ook Scandinavië – waar de lonen nog wat hoger liggen – en het geografisch dichterbij gelegen Duitsland hebben een streepje voor’. Dat OTTO Work Force tóch zoveel goede flexibele krachten in de kaartenbakken heeft – sommigen werken al vanaf het prille begin via het bureau – komt volgens Van Gool vooral door de opdrachtgevers. ‘De werkomstandigheden zijn hier over het algemeen goed op orde. Bovendien hanteren de bedrijven waarvoor we werken doorgaans een goed uurloon; de werknemers krijgen volgens Nederlandse CAO’s betaald.’
Subtitle
Retail en logistiek
Dat doet OTTO Work Force zó goed, dat het bedrijf in de afgelopen zestien jaar gestaag is uitgegroeid tot de grootste internationale arbeidsbemiddelaar van Europa. Dagelijks zijn via het bedrijf (dat dit jaar een omzet kent van zo’n 270 miljoen euro) zo’n 16.000 flexwerkers aan het werk in Nederland, Duitsland en Polen. De werving van die mensen vindt voor 40 procent in Nederland zelf plaats, de rest daarbuiten. In Noord-Brabant gaat het om zo’n 1.500 mensen die dagelijks via OTTO Work Force aan de slag gaan, schat algemeen directeur Frank van Gool. ‘Onze klanten bevinden zich voornamelijk in de hoek van retail en logistiek. In de distributiecentra van grote supermarktketens en online warenhuizen zijn veel mensen via ons aan het werk. Het merendeel daarvan is afkomstig uit Nederland zelf en uit Polen, maar ook Hongaren, Tsjechen en Slowaken weten Nederland goed te vinden.’
Goede motivatie
De hogere salarissen vormen voor veruit de meeste MOE-landers dé reden om de gang naar West- en Noord-Europa te maken, schetst Van Gool. ‘Alhoewel de verschillen langzaam kleiner worden, liggen de lonen hier nog altijd ongeveer vier keer hoger dan in een land als Polen. Mensen uit Oost- en Centraal-Europa die de stap zetten om hier naartoe te komen, zijn – mede door die relatief hoge beloning – doorgaans erg gemotiveerd om er iets van te maken. Die intrinsieke motivatie maakt ze dan weer geliefd onder Nederlandse werkgevers, die liever een gemotiveerde Pool inschakelen dan een Nederlander die “onder in de kaartenbak” bivakkeert. Dat de gemiddelde MOE-lander doorgaans licht overgekwalificeerd is voor de werkzaamheden die hij uitvoert, nemen beide partijen graag op de koop toe.’
Nederlandse werkgevers waarderen de intrinsieke motivatie van MOE-landers het meest
..
Salarisverschillen verschillen
Terwijl de meeste West-Europese economieën de afgelopen jaren kraakten in hun voegen, groeide de Poolse economie sinds het begin van de economische crisis met zo’n 20 procent. Ook andere Oost-Europese economieën deden het relatief goed. Denkt Van Gool dat Nederland op termijn nog wel interessant blijft voor een MOE-lander? ‘De salarisverschillen zijn nog altijd groot, en dus zal een land als Nederland voorlopig nog wel even interessant blijven. Wat je wel ziet, is dat de Poolse regering momenteel serieuze pogingen onderneemt om de inkomensverschillen te verkleinen, door extra geld beschikbaar te stellen voor de minder welgestelde Pool. Het is nog even de vraag wat dat op de langere termijn betekent. Ook de snel oplopende vergrijzing – die zich in een land als Polen nog veel meer doet gelden dan in Nederland en Duitsland – kan roet in het eten gooien als het gaat om het toekomstige aanbod van deze arbeidskrachten in onze regionen. Overigens zie je nú al dat de Poolse arbeidsmarkt weer veel Oekraïners aantrekt. Het is dus niet automatisch zo dat MOE-landers straks en masse zullen terugkeren naar hun geboorteland.’
...
Goede huisvesting
De redelijk geruisloze integratie van MOE-landers in de Nederlandse samenleving speelt daarbij ook een rol, denkt Van Gool. ‘Bovendien is de huisvesting in ons land relatief goed geregeld. Onze eigen uitzendkrachten regelen in principe zelf een dak boven hun hoofd, maar desgewenst kunnen wij dit als bedrijf wel faciliteren. Ik schat dat ongeveer de helft van de mensen in ons bestand gebruikmaakt van die mogelijkheid, zeker als ze nog niet zo lang in Nederland zijn. Gedwongen winkelnering? Absoluut niet, mensen zijn uiteraard vrij om zelf te kiezen. De huisvesting die we aanbieden, is betaalbaar én goed. Zo openden we onlangs nog een pand in Boskoop. De studio’s daar bieden werknemers voldoende privacy, terwijl landgenoten tegelijkertijd prettig in elkaars nabijheid kunnen wonen.’ Helaas ziet Van Gool ook veel partijen die geld willen verdienen aan buitenlandse werknemers. ‘De ouderwetse huisjesmelkers profiteren van de extra druk die momenteel aan de onderkant van de woningmarkt ontstaat door de vluchtelingencrisis.’
Subtitle
Vanuit economisch perspectief hebben we als regio MOE-landers nodig
Spekkoper
Arbeid wordt in de toekomst een schaars goed, schetst Van Gool. ‘De stad of regio die zorgt voor een goed functionerende arbeidsmarkt, met voldoende aanbod, is straks spekkoper. Goede, betaalbare huisvesting hoort daar ook nadrukkelijk bij.’ Aan bestuurders doet Van Gool dan ook de oproep om de groep Oost- en Midden-Europese arbeidskrachten vooral te omarmen. ‘Vanuit economisch perspectief hebben we ze simpelweg nodig: onder de streep levert elke succesvol geïntegreerde arbeidsmigrant meer op dan dat hij kost.’
Subtitle
Frank van Gool is opgeleid aan de HAS en heeft in 2000 OTTO Workforce opgericht. Inmiddels is zijn bedrijf vanuit het hoofdkantoor in Venray uitgegroeid tot de grootste internationale arbeidsbemiddelaar in Europa. Terug naar de longread