De sterke internationale oriëntatie van de Brabantse economie maakt dat steeds meer buitenlanders in onze regio wonen. Omgekeerd gaan steeds meer Brabanders in het buitenland aan de slag. Wie de cijfers tot zich door laat dringen, ziet dat het gezicht van arbeidsmigratie in de praktijk vooral wordt bepaald door arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa (MOE-landen). Sinds de toetreding van Polen tot de Europese Unie op 1 mei 2004 kwamen tienduizenden arbeidsmigranten deze kant op, om aan de slag te gaan als vrachtwagenchauffeur, bouwvakker of fruitplukker. Zij kwamen af op het relatief goed betaalde werk. De loonverschillen tussen de Europese lidstaten vormen de belangrijkste motor achter deze vorm van arbeidsmigratie. Gemiddeld liggen de lonen hier zo’n vier keer hoger dan in Polen. In vergelijking met hun thuisland kunnen Poolse arbeidsmigranten hier dus een goede boterham verdienen.
Internationale werknemers in Brabant [bron=//docplayer.nl/7234858-Economische-analyse-internationale-werknemers-studenten-en-zelfstandigen-in-nederland-regiorapport-zuid-nederland.html]Bron: Decisio, Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland, 2015 [/bron]
Meer arbeidsmigranten dan kenniswerkers
Ook vanuit andere landen in Midden- en Oost-Europa, zoals Slowakije, Tsjechië en Slovenië, Roemenië en Bulgarije, nam het aantal arbeidskrachten toe: in 2015 stonden 177.000 MOE-landers in Nederland ingeschreven als inwoner of als werknemer. [bron=//www.cbs.nl/nl-NL/menu/informatie/beleid/publicaties/maatwerk/archief/2015/150622verweyjonkermoelandersenzuideuropeanen20152.htm]Op 1 januari 2015 stonden 176 705 eerste generatie MOE-landers ingeschreven in de Gemeentelijke Basis Administratie.
Bron CBS
[/bron] Van de door sommigen zo gevreesde massale immigratie lijkt overigens geen sprake, MOE-landers vormen zo’n 1 procent van de Nederlandse bevolking. Bovendien zijn wij niet eens zo aantrekkelijk voor de ‘nieuwe Europeanen’: de meeste van de 1,5 miljoen Polen die sinds 2004 hun land hebben verlaten, zijn volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid naar Ierland en het Verenigd Koninkrijk gegaan. [bron=//www.wrr.nl/publicaties/publicatie/article/in-betere-banen/]Bron WRR, In betere banen[/bron] Anders dan daar werken veel Midden- en Oost-Europeanen in Nederland aan de onderkant van de arbeidsmarkt; meestal in de industrie of tuinbouw, via uitzendbureaus en op tijdelijke contracten. Ook in Brabant zijn MOE-landers belangrijke arbeidskrachten in concurrentiegevoelige en arbeidsintensieve sectoren als de vleesverwerkende industrie. Het gaat in veel gevallen om laagbetaald, laaggekwalificeerd en flexibel werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
Waar wonen MOE-landers? [bron=//www.cbs.nl/nl-NL/menu/informatie/beleid/publicaties/maatwerk/archief/2015/150622verweyjonkermoelandersenzuideuropeanen20152.htm]De populatie van kaart bestaat uit alle eerste- en tweedegeneratieallochtonen die op 1-1-2015 ingeschreven staan in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en afkomstig zijn uit Bulgarije, Hongarije, Slovenië, Polen, Roemenië, Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Slowakije en Voormalig Tsjecho-Slowakije.[/bron]
Inwoners geboren in een MOE-land per gemeente in 2015
Gemotiveerd en overgekwalificeerd
Onbetwiste ‘koploper’ is het West-Brabantse Zundert: het aandeel MOE-landers woonachtig in deze gemeente was vorig jaar 4,8 procent van de totale bevolking.
Naast de ‘duurzame arbeidskrachten’, zijn er ook zogenaamde ‘flexmigranten’ die hier als niet bij de gemeente geregistreerde uitzendkracht aan de slag gaan. Binnen de provincie leunt de regio Midden-Brabant het zwaarst op deze niet in de GBA geregistreerde groep. In 2013 werkten deze tijdelijke arbeidskrachten (met 87,4 procent ook weer voornamelijk Polen) in Midden-Brabant in sectoren als de logistiek, de voedingsindustrie en de land- en tuinbouw. In Noordoost-Brabant gaat het om bijna zesduizend MOE-landers; in West-Brabant om ruim drieduizend.
Waar werken flexmigranten? [bron=//www.abu.nl/stream/rapport-abu-flexmigranten-2014-conclusr-research]De Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) is belangenbehartiger van de uitzendondernemingen in Nederland met circa 65 procent van de markt.
Bron, ABU, Rapport Flexmigranten, Conclusr Research 2014, pagina 25
[/bron]
Regionale verdeling 90.000 internationale uitzendkrachten in 2014
Hoewel de huidige arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa veelal laaggeschoold werk verrichten, zijn ze vergeleken met de gastarbeiders van weleer vaak redelijk tot goed opgeleid.
Desondanks heeft de keuze van veel Brabantse werkgevers voor MOE-landers niet te maken met hun kwalificaties, maar eerder met hun uitstekende motivatie, aldus Frank van Gool, algemeen directeur van uitzendorganisatie OTTO Work Force: ‘Mensen uit Oost- en Centraal-Europa die de stap zetten om hier naartoe te komen, zijn – mede door de relatief hoge beloning – doorgaans erg gemotiveerd om er iets van te maken.’ Die intrinsieke motivatie – en de bereidheid om hard te werken – maakt ze geliefd onder werkgevers. Dat de gemiddelde MOE-lander doorgaans licht overgekwalificeerd is voor de werkzaamheden die hij uitvoert, nemen beide partijen graag op de koop toe. De vraag is echter of de redelijk tot goed opgeleide MOE-landers het laaggeschoolde werk zullen blijven doen. Het is niet ondenkbaar dat naarmate MOE-landers langer hier blijven, ze hun verwachtingen gaan bijstellen en op zoek gaan naar betere banen. Althans, áls ze blijven – want dat is niet altijd zeker.
...
Nieuwsgierig naar de visie van Frank van Gool op de bijdrage van arbeidsmigranten aan de Brabantse economie? Lees dan hier het interview met de CEO van de grootste internationale arbeidsbemiddelaar in Europa.
Interview
Strijd om hoogopgeleid talent
De eenwording van de Europese arbeidsmarkt heeft een stroom van arbeidsmigranten uit MOE-landen op gang gebracht die werk vindt aan de onderkant van de Brabantse arbeidsmarkt. Maar geldt diezelfde beweging ook voor de eerder genoemde hoogopgeleide kenniswerkers? Die stroom blijkt veel minder omvangrijk. Ondanks dat Nederland tot een van de meest concurrerende economieën van de wereld behoort, is het aandeel hoogopgeleide arbeidsmigranten in de totale hoogopgeleide beroepsbevolking opvallend laag. Ook blijft de groei van dat aandeel achter bij die in concurrerende economieën. Het gaat volgens het Planbureau voor de Leefomgeving in totaal om 100.000 internationale kenniswerkers; dat is 4 procent van het totaal aantal kenniswerkers in Nederland, en ongeveer 1,5 procent van de totale beroepsbevolking. [bron=//www.pbl.nl/publicaties/buitenlandse-kenniswerkers-in-nederland]Plan Bureau voor de Leefomgeving, Buitenlandse kenniswerkers in Nederland.[/bron] De buitenlandse kenniswerkers die wel in Nederland wonen, concentreren zich vooral in Amsterdam. Dat is de onbetwiste hoofdstad voor internationaal talent; ongeveer 22 procent van de buitenlandse kenniswerkers werkt er.
Herkomstlanden kenniswerkers in 2013 [bron=//docplayer.nl/7234858-Economische-analyse-internationale-werknemers-studenten-en-zelfstandigen-in-nederland-regiorapport-zuid-nederland.html]Decisio, Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland, 2015 [/bron]
Europese landen domineren
...
Maar ook Noord-Brabant vist mee in de internationale vijver van buitenlands talent. Er is in de afgelopen jaren sprake van een duidelijke groei van het aantal internationale kenniswerkers dat woont en werkt in onze provincie. Misschien is ‘internationaal’ wat te ruim geformuleerd: de meeste kenniswerkers zijn immers afkomstig uit de ons omringende EU-landen. Ook op dit punt scoort Polen goed (13 procent), samen met België (13 procent) en Duitsland (11 procent) als ‘hofleveranciers’ van onze kenniswerkers. Deze kenniswerkers zijn vooral werkzaam in de detacherings- en uitzendbranche, de groothandel en in de industrie (elektrische apparaten). Opvallend genoeg heeft het gros van deze kenniswerkers het helemaal niet zo gemakkelijk op de Brabantse arbeidsmarkt. Er is een kleine groep die mooie functies vervult bij internationale bedrijven, maar er zijn ook veel hoogopgeleiden die onder hun niveau werken. De buitenlandse kenniswerkers zijn gemiddeld genomen ook wat vaker werkloos dan Brabantse hoogopgeleiden. En het gemiddeld inkomen van de in Brabant werkzame buitenlandse kenniswerkers daalde in de periode 2009-2013 van €31.500 naar €27.300.
Waar werken internationale kenniswerkers in Brabant? [bron=//docplayer.nl/7234858-Economische-analyse-internationale-werknemers-studenten-en-zelfstandigen-in-nederland-regiorapport-zuid-nederland.html]Decisio, Economische analyse internationale werknemers, studenten en zelfstandigen in Nederland, 2015 [/bron]
Eindhoven is de Brabantse hotspot
...
Waar in Brabant wonen en werken de kenniswerkers? Eindhoven springt eruit als belangrijkste woon- en werkgemeente, op afstand gevolgd door Tilburg en Breda. Het sterk gespecialiseerde high-tech profiel van de stad, met internationaal opererende bedrijven als Philips, NXP en ASML, biedt interessante loopbaanmogelijkheden voor met name technisch geschoold buitenlands talent. Opvallend is overigens dat een relatief grote groep kenniswerkers die wérkt in de regio Eindhoven in de regio Amsterdam woont: in 2014 bijna 11 procent.[bron=//www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL_2014_Buitenlandse%20kenniswerkers%20in%20Nederland_684.pdf] Plan Bureau voor de Leefomgeving, Buitenlandse kenniswerkers in Nederland, pagina 13.[/bron] Ook Utrecht en Den Haag blijken in trek als vestigingsplaats voor buitenlandse kenniswerkers die in Eindhoven werken. Dat buitenlandse kenniswerkers wel in Eindhoven werken maar er niet wonen, heeft alles te maken met hun woonvoorkeuren. Ze zijn in hun woongedrag sterker grootstedelijk georiënteerd. De andere overwegingen klinken bekend: nabijheid van voorzieningen, openbaar vervoer en openbare veiligheid, maar toch vooral ook de woning zelf worden belangrijk gevonden. Bedrijfsleven en overheden zijn dan ook zeer actief om Eindhoven op deze punten nog aantrekkelijker te maken voor kenniswerkers, bijvoorbeeld met voorzieningen als de Internationale School en het Expat Center.
Belangrijke aspecten voor kenniswerkers? [bron=//www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL_2014_Buitenlandse%20kenniswerkers%20in%20Nederland_684.pdf]Plan Bureau voor de Leefomgeving, Buitenlandse kenniswerkers in Nederland, pagina 113. [/bron]
Veiligheid, bereikbaarheid en dagelijkse voorzieningen domineren
...
Stille uittocht van talent
De sterk toegenomen arbeidsmobiliteit zorgt dus voor een selectieve toestroom van buitenlandse arbeidsmigranten. Er is enerzijds sprake van ‘flexmigratie’ en een concentratie van arbeidsmobiliteit aan de onderkant van de Brabantse arbeidsmarkt; anderzijds zien we de komst van een relatief kleine, maar gestaag groeiende, groep buitenlandse kenniswerkers.
De ontwikkelingen in Brabant laten echter ook zien dat migratie allerminst een simpel arbeidsmarktmedicijn is. Zo is het aantrekken van hoger opgeleiden uit het buitenland niet per se zinvol; onze beroepsbevolking is al behoorlijk goed opgeleid, en het opleidingsniveau stijgt alsmaar. Maakten hoogopgeleiden in 2003 nog 21,0 procent uit van de Brabantse beroepsbevolking, anno 2014 was dat percentage gestegen tot 27,1 procent. Opvallend is overigens dat het percentage hoogopgeleiden in Brabant achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 28,1 procent. En ook in vergelijking met provincies als Utrecht (37,0 procent), Noord-Holland (32,8 procent) en Gelderland (28,1 procent) is het aandeel van hoogopgeleiden in Brabant relatief beperkt. [bron=//statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=82208NED&D1=0&D2=0,11-13&D3=0,5-16&D4=0,l&HDR=T,G3,G1&STB=G2&VW=T]CBS 2015[/bron] Dat roept de vraag op of onze universiteiten en hogescholen wel in staat zijn om het personeel waar Brabantse bedrijven om staan te springen ook af te leveren. En: kunnen we deze afgestudeerden ook behouden voor de arbeidsmarkt? Het antwoord op deze vragen is niet onverdeeld positief zo laat onderwijs van IVA Onderwijs zien. [bron=//issuu.com/brabantkennis/docs/eindnotitie_braindrain_in_noord-bra]Het rapport van IVA Onderwijs vindt u hier.[/bron] Er is sprake van een lichte braindrain, in goed Nederlands: een stille uittocht van talent. Dit is het gevolg van (binnenlandse) migratie van met name jonge hoogopgeleiden.
Migratie van HBO en WO afgestudeerden in Brabant [bron=//issuu.com/brabantkennis/docs/eindnotitie_braindrain_in_noord-bra]Lees meer achtergronden over de Braindrain in Brabant in het rapport van IVA Onderwijs
Bron IVA Onderwijs, Braindrain in Noord-Brabant, De migratie van Noord-Brabantse hoger opgeleiden in beeld, 2015
[/bron]
Tussen 2004 en 2011 is er per saldo jaarlijks een lichte braindrain
...
Vooral hoogopgeleide vrouwen verruilen het Brabantse land voor een grootstedelijk avontuur in de Randstad. De totale kennisonttrekking als het gaat om hbo-afgestudeerden schommelt de laatste jaren tussen de -125 (in 2006) en -256 in het ‘topjaar’ 2005. Tussen 2004 en 2011 verloor Brabant in totaal 1.428 hbo’ers. Kijken we naar het aantal ‘weggevloeide’ universitair afgestudeerden, dan zijn de aantallen nog een stuk groter: in totaal verloor Brabant tussen 2004 en 2011 maar liefst 6.669 academici. Het daadwerkelijke aantal vertrekkende Brabanders ligt hoger maar tegenover dit vertrek staan nogal wat ‘nieuwe’ Brabanders; vooral Limburgers en, in mindere mate, Gelderlanders, Zeeuwen en Zuid-Hollanders steken de provinciegrenzen over om hun heil te zoeken in het Brabantse land. Maar per saldo is de braindrain onmiskenbaar aanwezig. Ontleden we deze braindrain naar de diverse Brabantse regio’s, dan valt op dat vooral West-Brabant er in negatieve zin uitspringt als het gaat om het aantal wegtrekkende hbo-afgestudeerden; het migratiesaldo (het verschil tussen het aantal vertrekkers en het aantal hbo’ers dat zich hier vestigt) bedraagt maar liefst -1.013. Dit is mogelijk te wijten aan het gemis van een op de regionale economische sectoren toegesneden hoogwaardige onderzoeks- en opleidingsstructuur. [bron=//www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL2015_Ruimte-geven-aan-economische-vernieuwingen_1602.pdf]Lees verder over de talenten van West Brabant op pagina 189 van het volgende rapport van de UU en het PBL. [/bron] Ook de regio’s Land van Cuijk, Uden-Veghel en de Peel zien het aantal hbo’ers gestaag afnemen. De met afstand best presterende regio is Eindhoven-Helmond, dat het aantal hbo-afgestudeerden per saldo met 1.272 zag toenemen. Aansluitend bij het high tech profiel van deze stad, springt vooral hbo techniek er uit met een toename van 653 personen.
Migratiesaldo van HBO en WO afgestudeerden per regio [bron=//issuu.com/brabantkennis/docs/eindnotitie_braindrain_in_noord-bra]Lees meer achtergronden over de Braindrain in Brabant in het rapport van IVA Onderwijs
Bron IVA Onderwijs, Braindrain in Noord-Brabant, De migratie van Noord-Brabantse hoger opgeleiden in beeld, 2015
[/bron]
Tussen 2004 en 2011 is Eindhoven eo. de meest aantrekkelijke plek voor afgestudeerden
Ook het migratiesaldo onder WO-afgestudeerden laat zien dat de situatie over de gehele linie weinig rooskleurig is: elke Brabantse subregio zag per saldo meer WO’ers vertrekken dan dat er bij kwamen. Vooral de regio’s Breda, ’s-Hertogenbosch en West-Brabant kampten met een groot aantal vertrekkers. De braindrain is selectief en verschilt per studierichting. Vooral alfa- en gamma-studierichtingen als sociale wetenschappen, communicatie en kunst kampen met een negatief migratiesaldo van -2.567. Met een negatief migratiesaldo van ‘slechts’ -351 is het beter gesteld in bètavakken als natuurkunde en wiskunde. Niet zo vreemd gezien het industriële profiel van Brabant. In de regio zijn relatief veel banen beschikbaar die aansluiten bij een technisch profiel. [bron=//www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL2015_Ruimte-geven-aan-economische-vernieuwingen_1602.pdf]Lees meer over het technische talent van Brabant op pagina 176 en 189 van het volgende rapport van de UU en het PBL. [/bron] Er is dus sprake van een selectief migratieproces van jonge hoogopgeleiden uit de landelijke gebieden naar de Brabantse steden. De steden op hun beurt verliezen hoogopgeleiden aan de Randstad.
Perspectief op de arbeidsmarkt
De braindrain van hoogopgeleid talent doet zich voor op alle schaalniveaus: regionaal, nationaal en internationaal. [bron=//www.rug.nl/research/portal/files/10650671/Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1.pdf]Meer informatie over de ruimtelijke spreiding van talent na afstuderen vindt u in het rapport Geslaagd in de Stad van Viktor Venhorst e.a. van de Rijksuniversiteit Groningen.[/bron] Ondanks de aandacht die uitgaat naar het aantrekken en vasthouden van hoogopgeleiden verliest Brabant per saldo dus talent. Internationale kenniswerkers kúnnen een antwoord zijn op het groeiende tekort aan hoogopgeleide Brabanders, maar de internationale concurrentie – ‘the battle for brains’ – neemt toe. En met salarissen in de industrie die onder het niveau van landen als Duitsland en België liggen, is het nog maar de vraag of hoogopgeleide expats massaal te verleiden zijn tot een langdurig verblijf. En waar loonverschillen voor arbeidsmigranten aan de onderkant van de arbeidsmarkt nog een motief zijn voor vertrek, hebben hoger opgeleiden een breder eisenpakket. Dat vraagt om investeringen in onze kennisinfrastructuur, bedrijven, hun gezamenlijke netwerken, en in een open, tolerant en internationaal klimaat. Bovendien zagen we al dat de Randstad, en dan met name het ‘grootstedelijke’ Amsterdam, meer in trek blijkt dan ‘de provincie’.
Loonkosten industrie internationaal vergeleken [bron=//www.destatis.de/EN/PressServices/Press/pr/2015/05/PE15_160_624.html]© Statistisches Bundesamt, Wiesbaden[/bron]
Biedt Nederland wel competitieve lonen?
...
Aan de onderkant van de arbeidsmarkt doen zich andere problemen voor. Daar ziet Brabant zich geconfronteerd met een gedeeltelijke verdringing door concurrentie en overscholing. Op dit moment is de netto arbeidsparticipatie onder laagopgeleiden in Brabant 48,2% tegenover 80,6% van de hoogopgeleiden. [bron=//statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=83360ned&D1=14-15&D2=11-14&D3=15&D4=l&HDR=G3,G1,G2&STB=T&VW=T]CBS 2015[/bron] Aan de ene kant is er blijvende vraag naar laaggeschoolde en laagbetaalde arbeid in sectoren als de industrie, logistiek en in de land- en tuinbouw. Veel banen in deze sectoren worden op dit moment vervuld door jonge, gemotiveerde en soms overgekwalificeerde arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. Gedeeltelijk leidt dit tot verdringing, maar tegelijkertijd beschikt een aanzienlijk deel van de mensen die in Brabant aan de zijlijn staan niet (of in onvoldoende mate) over deze voor werkgevers belangrijke kwaliteiten. [bron=//www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2014/11/21/eindrapportage-grensoverschrijdende-arbeid]Lees meer over verdringing in de samenvatting van het volgende Rapport van SEO over de verschuivingen in nationaliteit en contractvormen op de Nederlandse arbeidsmarkt 2001-2011. [/bron] Naast verdringing door arbeidsmigratie is er een risico dat de laaggeschoolden aan de onderkant worden verdrongen door ‘overscholing’. Door steeds verdergaande automatisering staat de werkgelegenheid in het middensegment onder druk. [bron=//www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-policy-brief-2015-13-baanpolarisatie-nederland.pdf]Lees meer over druk op het middensegment in dit CPB rapport.[/bron] De vraag neemt hier af omdat (routinematige) taken worden geautomatiseerd. Steeds meer middelbaar opgeleiden zien zich gedwongen een baan onder hun niveau aan te nemen. Er ontstaat concurrentie van verschillende, relatief kwetsbare groepen in een segment van de arbeidsmarkt waar de lonen toch al druk onder staan.
Aanbevelingen
Het is een dilemma: hoe om te gaan met de zeer diverse problematiek aan zowel de onder- en de bovenkant van de arbeidsmarkt? En hoe kunnen Brabantse werkgevers, werknemers en overheden inspelen op de daarmee verbonden uitdagingen? Een drietal suggesties.
1. Bind kenniswerkers
Voor een innovatieve provincie als Noord-Brabant is het zaak om de huidige braindrain zoveel mogelijk in te perken. Voor een deel kan dat door gericht buitenlandse kenniswerkers aan te trekken; door te investeren in concurrerende salarissen en secundaire arbeidsvoorwaarden, en door werk te maken van een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Maar het werven van buitenlands talent is slechts één van de instrumenten. De toekomstige opgave schuilt wellicht steeds meer in het behoud van het eigen arbeidspotentieel. Misschien moet een gedeelte van de tijd die nu wordt besteed aan het aantrekken van buitenlandse kenniswerkers worden benut om Brabants talent te verleiden hier te blijven. Waarom niet investeren in programma’s om talentvolle jongeren voor de regio te behouden (denk aan voldoende stagemogelijkheden, bedrijvendagen) of terug te halen (zoals een back to your roots-programma)? En wat kunnen we doen om de onderzoeks- en opleidingsstructuur beter te laten aansluiten op de economische sectoren in de diverse Brabantse regio’s?
2. Benut aanwezig talent
De arbeidsmigratie in Brabant vindt nu vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt plaats. De integratie en emancipatie van buitenlandse arbeidsmigranten blijft een belangrijk aandachtspunt, ook wanneer zij als Europese werknemer hun eigen nationaliteit behouden. Veel MOE-landers zijn relatief hoogopgeleid en vaak overgekwalificeerd voor het werk dat ze doen. Er schuilt veel onbenut potentieel in deze werknemers. Wanneer ze besluiten hier te blijven, is het zaak dat potentieel zo goed mogelijk te benutten. Doorstroming naar betere banen is alléén mogelijk als er niet alleen aandacht is voor huisvesting, maar ook voor een goede integratie en scholing. Niet voor niets doet CEO Frank van Gool van OTTO Work Force de oproep om de groep Oost- en Midden-Europese arbeidskrachten vooral te omarmen. ‘Vanuit economisch perspectief hebben we ze simpelweg nodig: onder de streep levert elke succesvol geïntegreerde arbeidsmigrant meer op dan dat hij kost.’
3. Begin met scholing
In het middensegment van de Brabantse arbeidsmarkt staan veel banen onder druk. Veel middelbaar opgeleiden worden naar de onderkant van de arbeidsmarkt geduwd, waar de lonen laag zijn en de concurrentie met andere kwetsbare groepen relatief groot (denk aan arbeidsmigranten, jongeren, laagopgeleiden). Het is daarom verstandig om gericht beleid te ontwikkelen zodat een deel van hen toch de stap omhoog kan maken. Belangrijkste daarbij is (om)scholing. Het gaat om de vergroting van de inzetbaarheid van Brabanders zonder een beroepsopleiding; door hen te stimuleren om ten minste een mbo-4- of hbo-opleiding af te ronden, of door mobiliteitsbevorderende maatregelen en omscholing. Daarnaast zal het onderwijs meer aandacht moeten besteden aan de noodzakelijke ‘skills’ en interactieve vaardigheden die nodig zijn om aan de bovenkant van de arbeidsmarkt mee te kunnen draaien. Een leven lang leren is cruciaal.
KIJK OP BRABANT 2016
Met de Kijk op Brabant duikt BrabantKennis in de cijfers, maar vooral ook in de wereld daaráchter. Hoe staat Brabant er nou écht voor? Wat zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen? En voor welke uitdagingen staan onze provincie en haar inwoners? Zonder de realiteit uit het oog te verliezen doen we aanbevelingen voor een beter Brabant. [bron=//brabantkennis.nl]Meer lezen[/bron]
© BrabantKennis 2016
COLOFON [bron=url]Redactie: Sjoerd van Dommelen en Joost Peters
Vormgeving: Total Public
Fotografie: Willeke Machiels, Marc Bolsius, OTTO Workforce, DAF Nederland en het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
Eindredactie: Anke van der Heijden en Joks Janssen
Een belangrijk fundament voor deze longread is gelegd door IVA Onderwijs met het onderzoek: Braindrain in Noord-Brabant, De migratie van Noord-Brabantse hoger opgeleiden in beeld
BrabantKennis is het platform waar strategische kennis en informatie van en over Brabant wordt verzameld, ontwikkeld en gedeeld. BrabantKennis staat voor onafhankelijk vooruitdenken; het bekijkt de toekomst van de Brabantse samenleving vanuit wisselend perspectief. Naast het verzamelen en analyseren van data, het opstellen van trendverkenningen en scenariostudies, voedt BrabantKennis het publieke debat met discussie, lezingen en periodieke trenddagen.
www.brabantkennis.nl T@brabantkennis[/bron]
Disclaimer
Bij de samenstelling van deze publicaties gebruik gemaakt van diverse bronnen en informatie die voor vele organisaties is verstrekt. BrabantKennis kan echter niet de juistheid of nauwkeurigheid van de in deze uitgave voorkomende gegevens, informatie of meningen, noch met betrekking tot de geschiktheid daaraan voor enig doel, enige situatie of enige toepassing garanderen. BrabantKennis is dan ook niet aansprakelijk voor eventuele schade, verliezen of andere gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave voorkomende gegevens, informatie of meningen.